Test temperatuurverlaging bij Stadhuis van Den Haag toont impact

In de winter van 2021 - 2022 is een test temperatuurverlaging uitgevoerd bij het stadhuis van de gemeente Den Haag. Deze test heeft waardevolle inzichten opgeleverd voor het inregelen van installaties. De eerste testresultaten zijn inmiddels bekend en de aanpak is vastgelegd in de Handreiking Test Temperatuurverlaging.

Alle duurzame bronnen nodig

Om in Den Haag de warmtetransitie te laten slagen, zijn alle duurzame bronnen nodig, zowel bronnen die hoge als ook lage temperatuur warmte leveren. Wanneer meer gebouwen verwarmd kunnen worden met een lagere temperatuur, kunnen meer duurzame bronnen ingezet worden. Denk aan restwarmte uit datacenters, industriële processen, ‘normale’ geothermie, of hoge temperatuur warmtepompen. Tegelijk kunnen deze bronnen efficiënter ingezet worden. De op het warmtenet aangesloten gebouwen moeten hier wel geschikt voor zijn. Om te verwarmen met een lagere temperatuur warmte, is de verduurzaming van gebouwen dus een voorwaarde. Met een test kan worden onderzocht of een gebouw geschikt is voor een lagere aanvoertemperatuur uit het warmtenet.

Peter Swier, adviseur verduurzaming warmte bij EnergieRijk Den Haag (ERDH), legt uit: “Voor de gebouwbeheerder en de eigenaar biedt deze test de gelegenheid om te leren wat de impact is van de verlaging van de aanvoertemperatuur op het presteren van de gebouwinstallaties, het comfort en het energieverbruik. Toekomstige investeringen in energie- en klimaatinstallaties kunnen met de inzichten mogelijk gerichter en efficiënter gedaan worden.”

Testen in koude periodes met gebouwgebruikers een must

De timing van de test temperatuurverlaging luistert nauw. In de zomer heeft de test geen zin, omdat gebouwen dan eerder gekoeld worden dan verwarmd. En als gebouwen al verwarmd worden in de zomer, dan worden de installaties niet maximaal ingezet. Daarom moet de test bij voorkeur in het stookseizoen, tussen oktober en april, worden uitgevoerd. De grootste kans op een koude periode is tussen 1 december en 1 maart. Ook is de aanwezigheid van gebouwgebruikers een must.

Chris van der Krabbe, gebiedsontwikkelaar warmtetransitieprojecten bij Eneco, legt uit waarom: “Tijdens de test in 2022 werden we geconfronteerd met een aantal uitdagingen. Zo hadden gebouwen een lage bezetting als gevolg van de coronapandemie en was er geen echte koude periode tijdens de test. De eerste testresultaten waren daardoor niet representatief en niet te valideren. Tegelijkertijd gaf de test wel direct inzicht in de impact van het verlagen van de aanvoertemperatuur op de netwerkzijde: de regeling werd stabieler. En aan de gebouwzijde kwamen opvallende zaken aan het licht bij de lucht- en waterzijdige installaties.” Eneco is de beheerder van het stadswarmtenet en levert warmte aan de gebouwen in het centrum van Den Haag, zoals het stadhuis.

Vervolg: testen bij andere gebouwen

In de komende winters zal bij meer gebouwen getest worden met een lagere aanvoertemperatuur uit het warmtenet. Een belangrijk aandachtspunt is monitoring van de effecten.

Nathalie van der Linde, strategisch adviseur dienst bedrijfsvoering bij Gemeente Den Haag, zegt daarover het volgende: “Een goed meetplan is cruciaal om te concluderen of de test een succes is. Zo zijn testresultaten lastig te interpreteren zonder nulmeting uit te voeren. Verder is het belangrijk om goede indicatoren te definiëren die iets zeggen over comfortbeleving door gebruikers. Dat gaat verder dan alleen de kamertemperatuur. Een ander aandachtspunt is het monitoren van diverse typen ruimtes. Het effect van de temperatuurverlaging op een kleine kamer op het zuiden met veel gebruikers kan heel anders zijn dan op een grote zaal in de kelder. Variabelen als ligging, verdieping, type gebruik, lichtinval en weersomstandigheden kunnen een grote rol spelen.”

Eerder in deze reeks verscheen Handreiking gebouwentransitiepaden.

Over EnergieRijk Den Haag

Met een gebiedsgerichte aanpak werkt het programma EnergieRijk Den Haag (ERDH) aan energiebesparing en het optimaal gebruiken van lokale mogelijkheden. Zo wordt gewerkt aan het koppelen van warmte- en koude bronnen in slimme collectieve netwerken in het centrumgebied van Den Haag. Daarnaast zijn warmtenetten onmisbaar om de uitdagingen van de energietransitie het hoofd te bieden. Door warmtenetten samen te laten werken met WKO-systemen in zogenaamde ‘smart thermal grids’ kan een duurzame en efficiënte verwarming van panden plaatsvinden.

Nota bene: besparing gemeentelijk gasverbruik

Deze test staat los van de temperatuurverlaging in de gemeentelijke panden zoals die per 1 januari 2023 ingaat. De temperatuur gaat dan in de meeste panden naar 19 graden. Uit onderzoek onder medewerkers bleek dat de meest comfortabele temperatuur. Voor medewerkers die vanwege hun gezondheid gebaat zijn bij een iets hogere temperatuur op kantoor komt een locatie met een hogere basistemperatuur. Het effect van het verlagen van de temperatuur wordt nauwlettend gevolgd. De gemeente heeft via een aanbesteding afgesproken de gasleverantie te verlagen en te besparen op gemeentelijk gasverbruik. De gemeente koopt 15% minder gasvolume in voor 2023.

Stadhuis gemeente Den Haag

Beeld: Gemeente Den Haag
Stadhuis gemeente Den Haag