André Weimar, directeur Inkoop, Facultair en Huisvestingsbeleid van het ministerie van BZK: "Ik heb het vertrouwen dat het op de schaal van ERDH gaat lukken om de energietransitie te helpen versnellen."
Weblogs en interviews
André Weimar, directeur Inkoop, Facultair en Huisvestingsbeleid van het ministerie van BZK, en voorzitter van de Stuurgroep van EnergieRijk Den Haag, is vanaf de start betrokken bij het initiatief. Vanuit zijn portefeuille komen kaders tot stand over bijvoorbeeld werkpleknormeringen en beveiliging, maar ook over het verduurzamen van de rijksvastgoedportefeuille. Ook fungeert hij als Opdrachtgever van het Rijksvastgoedbedrijf als het gaat om de rijksgebouwen. In het online-gesprek toont André zich een bevlogen verteller met oog voor detail.
Samenwerken is werkelijk niet de eenvoudigste opgave. Zeggen dat je vaart wilt maken is één, maar aan alleen enthousiasme heb je niets om daadwerkelijk die energietransitie vorm te kunnen geven.
Verwachting bij start ERDH
Gevraagd naar zijn verwachtingen bij aanvang van het programma verzucht Weimar: “Er werd vooral veel gepraat met een hoog theoretisch gehalte. Met het instappen van programmadirecteur Frans Deeleman als gemandateerd opdrachtgever, eigenlijk een fremdkörper in de organisatie van het Rijksvastgoedbedrijf, kreeg het programma richting en sturing. Zijn belangrijkste opgave betrof het werkend maken van samenwerking en concepten ontwikkelen die in de praktijk blijken te werken met het oog op het kunnen opschalen naar andere projecten en locaties in Nederland.” Die concepten moeten een volgende stap naar weerbare, duurzame en klimaatneutrale Rijkspanden mogelijk maken. Weimar: “Dat samenwerken is werkelijk niet de eenvoudigste opgave. Zeggen dat je vaart wilt maken is één, maar aan alleen enthousiasme heb je niets om daadwerkelijk die energietransitie vorm te kunnen geven. Frans heeft met zijn team laten zien dat samenwerken ertoe doet, bijdraagt aan vertrouwen tussen partners en deelnemers en een platform biedt van waaruit concepten tot wasdom kunnen komen, zoals de Intentieovereenkomst Flexvermogen en de Stadsbatterij.”
Waar staat ERDH?
ERDH heeft zich in de ogen van Weimar in de goede richting ontwikkeld. Weimar: “Het grondwerk is volwassen geworden. Nu is het zaak om succesvolle initiatieven met een ‘wow-ervaring’ te kunnen tonen. Daarbij is het wel van belang om vooral onderwerpen te kiezen waarin je kunt laten zien dat opschalen werkt en alleen tot stand kunnen komen als het samenwerken van partners op orde is. Op basis van die successen kun je voorsorteren op opschalen naar andere steden in Nederland. Als je problemen van energietransitie en netcongestie in Den Haag kunt oplossen, moet dat met de ontwikkelde samenwerkingsvormen en gerealiseerde casussen ook elders in het land kunnen, bijvoorbeeld in Arnhem en Utrecht. In beide steden worden we met vergelijkbare problemen geconfronteerd en hebben we bovendien flinke vastgoedposities.“
“Om EnergieRijk grootschalig op te schalen naar andere steden zal ERDH nog meer dan nu moeten laten zien dat het programma in staat is om complexe vraagstukken van de energietransitie en de samenhang met netcongestie en het verduurzamen van energiebronnen zoals met het gebruik van Warmte-Koude-Opslag (WKO) tot werkende en opschaalbare concepten weet om te bouwen. De ontwikkeling van de e-hub Paranassus en WKO-Hofvijver zijn hier mooie voorbeelden van. Zo laat je zien dat je als programma zowel bijdraagt aan de energietransitie als aan het vergroten van energieonafhankelijkheid. Successen geven je bovendien comfort bij het zetten van volgende stappen bij de aanpak van energietransitie en netcongestie.”
EnergieRijk Nederland
Gevraagd naar de toekomst van EnergieRijk in Nederland benadrukt Weimar nog eens het belang van het behalen van zichtbare successen die respect afdwingen. “Laat zien dat je als programma in staat bent om complexe vraagstukken in de energietransitie en netcongestie vorm te geven. Als je daartoe in staat blijkt, heb ik het volste vertrouwen erin dat ERDH in de tweede vijfjaarperiode van het bestaan van het programma volgroeid zal raken. De problematiek van netcongestie kan daarbij als versneller gaan werken, is eigenlijk een ‘cadeautje’. Ook hier geldt; als het je in Den Haag met Rijksvastgoed lukt om voor 2 miljoen m2 BVO de netcongestieproblematiek aan te pakken en bijdraagt aan weerbaarheid en energieonafhankelijkheid, laat je echt iets zien dat navolging verdient, dat opschaalbaar is in Nederland. De voorbeelden die ERDH aandraagt dragen er bovendien toe bij dat afwegingen voor investeringsbeslissingen van een grote vastgoedpartij als het Rijksvastgoedbedrijf scherper gemaakt kunnen worden, immers met ‘proof-of-concept’ aanpakken en oplossingen hoef je niet zelf eerst het uitzoekwerk te doen.”
Persoonlijke betrokkenheid
André: “Niemand is tegen verduurzaming, is mijn overtuiging. Ik heb mij natuurlijk afgevraagd wat ik op de kleine schaal van een huishouden kan doen om een bijdrage te leveren aan de klimaatproblematiek. De complexiteit van dat vraagstuk daagt mij uit om daarmee aan de slag te gaan. Bij mij thuis bijvoorbeeld met zonnepanelen op het dak van onze woning en elektrisch rijden. En ook in mijn werk heb ik mij de vraag gesteld; hoe vaak kun je in je leven betekenisvol voor Nederland iets doen aan het klimaatvraagstuk. Als directie Inkoop, Facilitair en Huisvestingsbeleid hebben we iets te zeggen over het verduurzamen van Rijksvastgoed. Daarmee hebben we goud in handen, hebben we met elkaar de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de in meerdere opzichten noodzakelijke energietransitie. Ook op die schaal kan ik mijn steentje bijdragen. En als voorzitter van de stuurgroep heb ik het vertrouwen dat we op de schaal van ERDH gaat lukken om die energietransitie te helpen versnellen.”
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.