Directeur Centrale Vastgoedorganisatie Rob Molle: "Maximaal CO2 reduceren per geïnvesteerde euro."
Weblogs en interviews
De gemeente Den Haag maakt werk van de energietransitie. ‘Samen op weg naar een groene stad, met schone lucht, schone energie en minder afval’ luidt het motto op de gemeentelijke website. Met het Haagse Klimaatakkoord met onder andere 15 energiedeals - waaronder EnergieRijk Den Haag - geeft de gemeente invulling aan deze ambitie. In gesprek met Directeur Centrale Vastgoedorganisatie Rob Molle wordt duidelijk hoe die ambities in de praktijk invulling krijgen. De fotograaf vindt ondanks de harde wind een moment om Rob tegen de achtergrond van een van daken van het stadhuis vast te leggen, een dak dat 210 zonnepanelen krijgt met een groene omlijsting: “CO2-reductie èn wel zo prettig voor het uitzicht van onze buren in de naastgelegen appartementen.”
Partner met ambitie
Als partner in EnergieRijk Den Haag is het de ambitie van de gemeente om zich aan de afspraken van het nationaal Klimaatakkoord te houden. Dit betekent 95% CO2 reductie ten opzichte van 1990 in 2050. Om dit te realiseren werkt de gemeente toe naar nagenoeg energie neutrale gebouwen. Voor nieuwbouw is dat eenvoudiger te realiseren dan voor monumentale panden zoals het Kunstmuseum. Rob: “Bij de bouw van het Kunstmuseum in de jaren ’30 van de vorige eeuw is nooit rekening gehouden met de grote klimaatinstallaties die we nu installeren om duurzaam te koelen en te verwarmen. Een voorbeeld: het nieuwe Theater aan ’t Spui heeft voor de verduurzaming 100m2 nodig voor deze installaties.” Toen de gemeente met verduurzaming aan de slag ging focuste de vastgoedorganisatie zich eerder op wat Molle ‘laaghangend fruit’ noemt, zoals het bij planmatig onderhoud isoleren van daken en het vervangen van ouder glas door HR++ of vacuümglas. De huidige inzet om die gebouwen aan te pakken die het grootste effect hebben als het gaat energie en CO2-reductie. Dit is bijvoorbeeld zo bij het gemeentelijk zwembad de Blinckert. Door aanpassingen zijn we van een gasverbruik van 170000 m3 naar nul gegaan, vergelijkbaar met 170 huishoudens. De Blinckert is van het gas af en wordt nu verwarmd met de warmte van het rioolwater (riothermie). Molle: “Bij de keuze van de objecten kijken we steeds naar de hoeveelheid CO2 die we kunnen reduceren per geïnvesteerde euro. Dat leidde bijvoorbeeld tot de prioritering van zwembaden.”
Grote opgave
Van de ca 1 miljoen m2 BVO-gebouwen die de gemeente in eigendom heeft, is Molle trots op de renovatie van de locatie Fruitweg. Hier zijn onder andere Powernests. Deze combineren energieopwekking uit wind en zon. Molle: “een huzarenstukje”. “Kijk, het is altijd de vraag wanneer je moet instappen bij innovaties. Maar als je altijd wacht op de volgende verbetering van prestaties in de toekomst komt er niets van de grond. We doen nu onderzoek naar de opbrengst van die turbines van die verduurzaming en hopen ervan te leren. We staan nog voor een geweldig grote opgave. Gemeten vanaf 2019 zullen we nog 4,2 miljoen kg CO2 moeten reduceren. We werken aan een Uitvoeringsplan voor de gemeenteraad om financiering van de volgende fase in de energietransitie mogelijk te maken. In dit plan zijn diverse panden opgenomen die het verschil kunnen maken.
Clusters van gebouwen koppelen
De gemeente Den Haag is samen met de provincie Zuid-Holland en het Rijksvastgoedbedrijf vanaf de start in 2018 betrokken bij ERDH. Molle: “Als gemeente keken we al eerder uit naar de mogelijkheden om verspreid over de stad WKO’s te koppelen. Die ambitie hebben we achter ons moeten laten. Onderzoek wees uit dat er weliswaar voldoende potentie is om warmte en koude uit de bodem te onttrekken, maar dat de ondergrond in het centrumgebied helaas te vol is met leidingen om deze ambitie waar te kunnen maken. Nu kijken we naar mogelijkheden om kleinere clusters van gebouwen te koppelen. Niet alleen van de gemeente, maar logische verbindingen realiseren tussen nabijgelegen gebouwen van verschillende maatschappelijke vastgoedeigenaren. Ik zou het geweldig vinden als we een WKO zouden kunnen realiseren waar we gemeentelijk vastgoed en Rijksvastgoed op elkaar kunnen aansluiten.”
Netcongestie is net als de energietransitie ingewikkeld. En het wordt pas als urgent ervaren als het spreekwoordelijke licht uitvalt.
Gebouwoverstijgende aanpak van ERDH biedt kansen, ook bij netcongestie
Juist bij dat koppelen komt de meerwaarde van de ERDH tot zijn recht, meent Molle: “De gebouwoverstijgende aanpak biedt kansen. De ERDH heeft dit al tot stand gebracht bij de WKO-koppeling van Bezuidenhoutseweg 20 en 30. En de ERDH werkt nu aan de realisatie tussen gebouwen op het Parnassusplein.” Dat verbinden en koppelen ziet Molle ook bij de aanpak van de netcongestie als grote meerwaarde van ERDH. Op dit moment verkent de ERDH in het World Forum-gebied de mogelijkheden van een enegiehub - het IZ-net -, waarbij verschillende gebouwen/organisaties, zonne-energie en Stadsbatterijen worden aangesloten, contractvermogens worden gedeeld om zo de netbelasting te verminderen en ruimte te creëren voor groei. Molle:
“Netcongestie is net als de energietransitie ingewikkeld. En het wordt pas als urgent ervaren als het spreekwoordelijke licht uitvalt. We hebben als gemeente ook last van netcongestie; bij woningbouwplannen, bij gemeentelijke diensten. Van het gas af is een mooie ambitie, maar als er geen netcapaciteit is, heb je het nakijken. De door ERDH ontwikkelde strategie van e-hubs in de stedelijke omgeving bewijst hier haar meerwaarde. Hierbij moeten we samen kennis en ervaringen delen, samenwerken en samen verantwoordelijkheid nemen. En die samenwerking biedt ook kansen om koppelingen tot stand te brengen tussen panden van verschillende partijen.”
Trots op resultaten van ERDH
Rob is ook trots op de zichtbare resultaten van ERDH zoals de plaatsing van de Stadsbatterij; “We kijken met behulp van de ervaringen met die Stadsbatterij ook naar mogelijkheden om Stadsbatterijen bij een deel van ons vastgoed te plaatsen als onderdeel van de netgestie-aanpak.” Maar ook de plaatsing van de elektriciteit en warmte produceren PVT-zonnepanelen op Bezuidenhouseweg 73 spreken Molle erg aan. Potentie voor ERDH ziet Molle in het uitbouwen van het netwerk van maatschappelijke organisaties dat zich verbindt aan de doelstellingen van ERDH, zoals recentelijk Haaglanden Medisch Centrum en de Haagse Hogeschool en Hogeschool Inholland. Molle: “Zo kunnen we de ervaringen die we in ERDH-verband opdoen sneller delen en opschalen.”
Bouwen aan een duurzame toekomst
Rob Molle voelt zich ook persoonlijk aangesproken en betrokken bij duurzaamheid. ‘Streven naar kwalitatieve groei’ noemt hij dat; het zodanig leven dat je op verantwoordelijke wijze met de aarde omgaat: “Iedereen, ongeacht zijn of haar politieke kleur, heeft naar zijn mening de verantwoordelijkheid om duurzaam de aarde te bewonen zodat we die aarde op een nette manier aan de toekomstige generaties kunnen doorgeven.”
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.